19.09.2020 – 29.11.2020
Een expositie met werken van Marian Bijlenga, Wim Biewenga, Peter Geerts, Hans Emmelkamp, Wianda Keizer, Simon Oud, Arie Berkulin en Nico Kok.
Onze vriend Hans Emmelkamp heeft als gastcurator deze expositie samengesteld en ingericht.
De opening, op zaterdag 19 september is gedaan door Han Steenbruggen, directeur-conservator van Belvedère.
Concept van de tentoonstelling
De acht kunstenaars die aan deze tentoonstelling meewerken zijn heel verschillend in hun uitingen. Wat ze gemeenschappelijk hebben, is het streven om door vermindering en vereenvoudiging tot de kern van de kunst te komen. De een doet dat op een meer rationele manier: vaak een constructieve vormentaal. De andere benadert het gevoelsmatiger: meer een poëtische beeldtaal. Deze tentoonstelling is samengesteld uit een mix van beide benaderingen.
Hoewel de nadruk gelegd wordt op eenvoud en soberheid qua vormgeving en materiaalgebruik, wil dat nog niet zeggen dat deze kunstwerken een eenvoudige, simpele beleving bij de kijker oproepen. De kunstenaars hebben allemaal op hun eigen wijze- gezocht naar basisprincipes wat betreft vormgeving/kleurgebruik. Hiermee willen ze een mate van ordening en duidelijkheid creëren in hun beeldtaal. Objectiviteit, helderheid en zuiverheid staan bij hen hoog in het vaandel.
Het werkproces van dit type kunstenaars wordt dan ook gekenmerkt door terughoudendheid t.a.v. impulsiviteit. Bij hen is het vooral een kwestie van wikken en wegen. Vandaar dat aan deze weloverwogen en soms verstilde creaties meestal lange tijd is gewerkt. Ze zijn stil omdat ze niet schreeuwen om aandacht, maar hebben door hun hoedanigheid wel een heel duidelijke aanwezigheid. En dat is precies hetgeen de makers voor ogen hadden.
Aandacht en wellicht overdenking is wat deze kunstwerken vragen. Zowel van de makers als van degenen die het werk bekijken. Bij dit soort werken is de uitspraak van de schilder/dichter Willem van Hussem (1900-1974) heel toepasselijk: Als je kijkt, zie je het nog niet. Als je ziet, dan grijpt het je aan.